M’n opa, m’n opa, m’n opa

Op het boekenkastje dat ik koos uit de boedel van mijn moeder staat een schaaltje. Ik weet niet goed hoe ik eraan kom, ik meen ook uit mams spullen, maar dat komt me tegelijk onwaarschijnlijk voor. Had mam het schaaltje van haar ex-schoonvader gekregen vanwege haar interesse in sociale geschiedenis? Ik vind in Wikipedia dat de Raden van arbeid in 1919 werden opgericht om de prille sociale verzekeringswetten uit te voeren.

Hoe dan ook… het heeft een golvende, met handgeschilderde bloemmotieven versierde opstaande rand. Op de bodem is een bloeiend fantasie-struikje gepenseeld. Een vogeltje lijkt van een tak te vallen. Als je het schaaltje omkeert, zie je deze tekst:

In 2011 interviewde ik de directeur van Koninklijke Tichelaar in het Friese Makkum. Hij was met het bedrijf een nieuwe weg ingeslagen: van gedenkborden voor jubilarissen naar toepassing van het ambachtelijk vakmanschap en de keramische kennis voor Dutch Design en architectuur. Blijk ik zevenenhalf jaar later zelf zo’n jubilöm-schaaltje uit een andere tijd in handen te hebben.

Werk

Op 18 juni 1968 was mijn opa net 55, en 40 jaar bij dezelfde werkgever – vanaf zijn vijftiende! Op dinsdag was hij jarig geweest en de volgende maandag begon hij, aan de Raamweg. Toen hij in februari 1938 trouwde, werkte hij er al bijna 10 jaar. Bij zijn pensionering in 1978 krijgt hij een lintje voor 50 jaar trouwe dienst.

‘Wat deed hij er voor werk?’ vraag ik mijn vader, die een jaar na de trouwdag werd geboren. ‘Hij was controleur, controleerde rentezegels.’ Wat dat inhield, weet hij niet, wel dat zijn vader in de eerste jaren van de oorlog dat werk nog bleef doen, fietsend door Den Haag. ‘Hij moest een keer in een gat langs de weg schuilen voor een bombardement. Toen het voorbij was en hij er weer uit klom, lag er een dode man op de weg.’

Later dook hij onder, om te ontkomen aan de Arbeitseinsatz. ‘Bij moeder Anna in Nootdorp. Na de oorlog hebben opa en oma nog lang contact met haar gehouden.’

Als opa en oma in 1988 50 jaar getrouwd zijn, ondervraag ik van elk een zus, om een herinneringenboek te maken. Opa’s ongetrouwde zus Dien vertelt dat haar broer af en toe uit de onderduik naar Den Haag kwam fietsen. ‘Was dat dan niet gevaarlijk?’ vraag ik argeloos. ‘Wat was er toen níet gevaarlijk?’

Familie

De oorlog was voor opa en oma ook persoonlijk een zware tijd. Na mijn vader kregen én verloren zij drie kinderen, twee jongetjes en een meisje. In 1948 kreeg mijn vader een broertje dat bleef leven. Pas toen wisten artsen dat ze volgende kinderen van resusnegatieve moeders direct na de geboorte het bloed moesten spoelen.

De aangrijpendste herinnering aan mijn opa komt van mijn vader. Zijn vader stormt de voorkamer binnen, roept: ‘Kéésje is dood!’ Het is misschien wel zijn oudste herinnering, hij was bijna 3.

In 1968 heeft mijn opa drie kleindochters. Er zal er nog een volgen. Hij neemt ons mee naar de Bosjes van Pex, naar de duinen en de zee. We mogen koppeltjeduikelen aan zijn sterke armen, in Drievliet duwt hij de draaimolen aan en later leert hij ons canasta.

In een van onze babyboeken schreef mijn moeder ooit: ‘Opa heeft zo’n fijne baby-arm.’ In loop van de jaren 90 konden we er nog zeven achterkleinkinderen in leggen.

Zorg

Een paar jaar na de oorlog wordt zijn moeder weduwe. Zijn zussen Jo en Dien nemen haar bij zich in huis. Hun jongste broer regelt al hun financiën. Als ze zelf hulpbehoevend worden, zorgt hij voor hen. Dan wordt oma steeds vergeetachtiger. Hij neemt steeds meer taken op zich – tot hij zelf ziek wordt. Het is een opluchting voor hem als ze samen naar een bejaardenhuis kunnen. Hij overlijdt er bijna een maand later.

~*~

Een schaaltje, een koninklijke onderscheiding. Data van geboorte, huwelijk, overlijden. Het zijn de kale feiten, het zijn maar spullen. Ze missen wie hij was, hoe hij was. Zoon, broer, echtgenoot, vader, grootvader, oude opa. Behulpzaam, aandachtig, opgewekt. Na zijn uitvaart schrijft pap een dankbrief, langs de lijnen van wat De eerste brief aan de Korintiërs over de liefde zegt. Een liefdevol mens, dat was hij, mijn opa Piet.

 

Over mijn oma Nel een volgende keer.

 

© tekst en beeld njb, 12 juni 2018

 

Wilt u mijn talent inzetten, belt of mailt u dan gerust. Ik kijk uit naar het contact en de samenwerking.