Lezen is dansen met de tekst

Daarover later, schreef ik eerder.

Later is nu.

Toen ik de eerste van de twee brieven waarvoor ik naar de bieb gekomen was, voor me had, meer dan ware grootte op een scherm, was ik helemaal excited. Wat zou erin staan? Waarom schreef de moeder van de man naar wiens verhaal ik op zoek ben een brief naar die toen nog niet zo Bekende Nederlander? Hoe kende ze hem?  Wat wilde ze hem vertellen? vragen? Mijn ogen vlogen over het eerste velletje.

Er kwam niks binnen. Ik kon het niet lezen. Eenmaal thuis met fotokopieën van de twee keer acht kantjes begon de ontdekkingsreis. Niet alleen lukte het uiteindelijk de brieven te lezen, ik werd me er ook van bewust uit hoeveel stappen ‘lezen’ eigenlijk bestaat. Of misschien is stappen niet het goede woord, dat suggereert te veel een rechte lijn.

Op de automatische piloot lukte het in elk geval eerst niet. De woorden sprongen niet in hun geheel mijn begrip binnen. Dat we woorden als plaatjes zien wanneer we lezen, het klinkt heel aannemelijk, maar hier werkte het zo niet. Dan maar terug naar klas 1, en spellend lezen. Maar dat kostte vanwege het handschrift dat zo ver afstond van wat ik gewend ben zoveel tijd  en concentratie, zoveel ruimte in het brein, dat dat niet ontvankelijk was voor hulp uit de context – vaak krijg je betekenis immers ook cadeau dankzij de samenhang in een zin, in een tekst. Je las net ‘zoveel’, dan is het waarschijnlijk dat er een ‘dat’ achteraankomt. Je las net ‘niet alleen’, dan is het waarschijnlijk dat er een ‘maar ook’ achteraan komt. Niet letterlijk misschien, maar wel iets dat ongeveer dat betekent. Je blijkt in je hoofd dus ook allerlei mogelijkheden langs te gaan.

Hé, zou dat het ‘radend lezen’ zijn dat Dochter volgens haar juf in groep 4 deed? O, ik zie nog voor me hoe misprijzend ze daarbij keek.

Ik was inmiddels overgestapt op transcriberend lezen. De kopieën lagen tussen mijn toetsenbord en mijn scherm. Als ik nou eens probeerde er snelheid in te krijgen. Gewoon overslaan, de woorden die hun identiteit niet meteen prijsgaven. En dan na een alinea het getypte overlezen. Misschien zou dan de context wel helpen. Wacht, onzinwoorden mochten ook. Of halve woorden. Ik tikte alles over zoals het zich op het eerste gezicht voordeed. Met puntjes waar het echt duister bleef. Toen las ik het mezelf hardop voor. Yes, het werkte! Ik had ergens bestijpt, maar uit de hele zin was duidelijk dat het begrijpt moest zijn. Zo leerde ik Catharina’s aparte r kennen. En de wijze waarop zij haar w’s wilde en haar s-en schreef. En dat ze haar afbreekstreepjes als =-jes schreef, niet alleen aan het eind van een regel, maar ook aan het begin van de volgende.

En ik leerde nieuwe woorden! Oppassing. Vendutie. Bleken gewoon in Van Dale te staan.

Lezen bleek geen stappen zetten, maar dansen met de tekst! Met hetzelfde plezier!

Maar het mooist was dit leermoment: ik vertelde Dochter van mijn ontcijferij en terwijl ik die onder woorden probeerde te brengen, snapte ik – eindelijk! – wat zij en Man, sinds groep 3 en klas 1, dagelijks ervaren. Voor haar was het niks nieuws en dus was ze me voor: ‘Niks automatiseren, dat kan ik dus niet.’ Leermoment was dûh-moment.

Dansen, en je zegeningen tellen…

Wilt u mijn talent inzetten, belt of mailt u dan gerust. Ik kijk uit naar het contact en de samenwerking.