Heidag

En dan word je op een ochtend wakker en je weet het. Het kan geen dag meer worden uitgesteld. Je moet met je bedrijf de hei op. Bezinnen, herbronnen, focussen… Na een ochtend managementinformatie verzamelen (urenregistratie bijwerken, uren afzetten tegen facturen, mogelijke opdrachten inventariseren) stapte ik op een stralende middag in de auto en reed door de polder naar de Lek. Met Everything but the girl in de cd-speler (so if you loose your faith, baby, you can have mine) op weg naar een vertrouwd terras, waar onder oude bomen rieten stoelen in het grind staan. Ik bestelde thee en pakte mijn schrijfblok, ontvankelijk voor een golf aan nieuwe ideeën.

Een tafeltje verder hebben een jongeman en een iets oudere vrouw een zakelijke afspraak. Of hij haar mag tutoyeren. ‘Oh ja, absoluut.’ Zij steekt van wal, raakt op dreef. ‘Toen hadden we zoiets van hé, da’s wel leuk, alles gaat immers in stappen. Kijk, dan kun je er een concept aan hangen. Dan zie je waar je kansen liggen.’ Zijn telefoon gaat. ‘Mag ik?’ ‘Oh ja, absoluut.’ Hij kijkt erop, maar neemt niet op. ‘Traject… proces… project…’ Het is even moeilijk buiten te sluiten als het geluid van de veerpontdiesel, dat doortrilt in mijn stoel. Dat krijg je als rieten stoelen eigenlijk van vermomd staal en plastic zijn.

Ik herinner me een bankje-met-uitzicht even verderop. Op weg daarheen zie ik een strandje, en een stukje parkeerasfalt, en niemand in de achteruitkijkspiegel. Ik denk: doen! Er is niet echt een paadje, zelfs diagonaal de dijk af wordt het meer hollen dan lopen (mijn schoonmoeder noemt een weggetje dat van een dijk naar beneden loopt ‘de hol’ — daarom?). Ballerina’s uitgeschopt, voeten in het zand, vestje uit, pijpen opgerold. Kleine golfjes rollen om. Glitters op het water. Rechts een pluk riet, nog wat verderop een paar hoog opgeschoten wilgen, kennelijk ontsnapt aan het alziend oog van Natuurmonumenten.

Eindelijk is berg in de polder op de hei! Linda vaart stroomopwaarts, even later slaan haar golven net voor mijn voeten om. Toe maar, het zijn echte brekers, wel drie of vier. Of zijn ze van de Galiya, die achter haar aan kwam? Wat vaart daar, heet dat een vletje? Buitenboord lawaaiig, binnenboord Mannen in Hesjes. Mannen in Functie? Een van hen zwaait. Dat telt. Dan weer een grote, de Sovereign. Voor de brekers komen, stijgt het water wel een halve meter, het borrelt met het droge zand.

Matrico. Zennestroom. Aan de overkant is een werf. Op de kade ligt een jacht. De kiel glanst donkerbruin, de opbouw wit — doet u mij maar vast een cappuccino!

Dinara. Veritas. Tijd voor een loopje langs de waterlijn. Er is een spannend gangetje door het riet. Ik moet om mezelf grijnzen, denk ‘kindervreugd’. Na drieënveertig jaar wordt de naam van mijn kleuterschool pas echt met betekenis geladen. Alles op zijn tijd.

Oké, ter zake nu, waarom zijn wij hier? Ik schrijf berg in de polder in het zand. Mooi, en nu een mind map eromheen, mensen. Mij wil alleen maar te binnen schieten wat mijn oma Nel altijd zei: ‘Gekken en dwazen schrijven hun namen op deuren en glazen.’

Dat is het: guerrilla marketing! Ik ga weer zitten in het zand, teken een fietsje in mijn schrijfblok: de bedrijfsfiets van berg in de polder moet beletterd, en voorzien van mand met logo — met daarin stoepkrijt en affiches en een blokkwast met plaksel!

Maar eerst moet ik opspringen en mijn tas redden, want ook Veritas’ boeggolf komt ver het strandje op, zo ver dat mijn eerste guerrilla-uiting alweer half wordt gewist. Even later stuurt de Erasmus de genadegolf.

Maar de moraal heb ik in de tas: Soms moet je van je dijk af, naar de rivier, naar waar het stroomt. Go girl, go!

© NJB
Foto: iStockphoto

Wilt u mijn talent inzetten, belt of mailt u dan gerust. Ik kijk uit naar het contact en de samenwerking.