Droom of wens?

Ooit interviewde ik een vrouw die me bewust maakte van het verschil tussen een droom en een wens. Een droom is iets onbereikbaars waarmee het af en toe fijn identificeren is, een wens iets dat je graag zou willen en waarvoor je op een gegeven moment je best gaat doen om hem werkelijkheid te laten worden. Helder verschil, zou je zeggen. Maar wanneer neem je de afslag naar de wens? Of komt die afslag nooit? Dan is het duidelijk een droom gebleken – achteraf.

Droom

Je zou kunnen denken dat het niet meer dan een droom is, dat boek.

– Hoezo, niet meer dan?

Nou ja… droom is toch minder dan daad.

– Ja?

Het doet me denken aan wat iemand me ooit vroeg: je zou misschien eerst moeten bedenken waarom je dat boek wilt schrijven, en wat het zegt dat je het niet doet. Het antwoord daarop weet ik nog altijd niet. Of tenminste… Lang heb ik gedacht dat ik het, net als promoveren, wilde voor de erkenning. En dat vond ik vervolgens geen goede reden. Intrinsieke motivatie is immers beter dan extrinsieke?

– Jij zegt het.

En daarbij, half Nederland wil eigenlijk een boek schrijven, hoorde ik dan bij die club? Als je soms leest wat dat soort mensen schrijven noemt…

– Maar als jij denkt dat je het beter kunt, wat let je dan?

Ja, nee, nou ja, beter…

– Je hebt toch al eens een boek geschreven?

Ja, nee, nou ja, dat was iets anders, dat was m’n proefschrift. En later dat interviewboekje… Een roman is wel even iets anders. Ik heb geleerd waaraan je kunt zien dat een ander het kan. Ik ken de theorie van het vertellen, maar zelf…

– Dus je kunt het, maar je kunt het niet?

Stom hè?

– Jij zegt het.

Ik heb een paar keer aan een schrijfwedstrijd meegedaan. Geen van de keren gewonnen. Kennelijk kan ik het niet.

– Dus je wilt het, maar je doet het niet?

Voorlopig nog niet, nee.

– Oké, keep dreaming then

Nou, dat is flauw. Ik wil niet voor schrijven kiezen omdat dromen zwakker is dan doen. Ik wil vóór het schrijven kiezen, punt. Ervoor, niet vanwege tegen iets anders. My God, wat word ik moe van al dat geredeneer.

– Kennelijk is het ergens goed voor.

Misschien om me te behoeden voor de afgang?

– Wat denk je zelf?

Ik denk het. Ik denk zoveel. Te veel, denk ik wel eens. Nou ja, misschien moet ik er nog maar eens een nachtje over slapen.

– Droom maar fijn dan.

Morgen misschien Feijenoord…

– Hûh?

Geen woorden maar daden, dat weet jij toch wel.

– Ja hoor, schat.

Wens

Of zeg je op een gegeven moment bij jezelf: genoeg gedroomd, ik wacht niet op de afslag, vanaf nu leidt dit pad naar het gewenste. Afslag is ook maar beeldspraak.

Op een dag bedacht ik dat ik op de sinds zoonliefs op kamers gaan lege en inmiddels weer fris gewitte zolder een schrijfbureautje zou kunnen neerzetten, in het licht dat door het grote dakraam valt. Ik bladerde op internet door de Ikeagids. Vertelde het aan mon cher et tendre en voor ik het wist reden we naar de vestiging Utrecht. Twee weken later erfde ik – met jaren vertraging – de bureaulamp van mijn opa, mijn moeders vader. Een Gispen-achtig ding dat wiebelt, maar waaraan ik me nu al gehecht heb – waaraan ik al gehecht was: ik weet nog hoe ik, als ik op de draaistoel-met ribfluwelen-bekleding aan zijn bureau zat, op het bakelieten schakelaartje drukte.

Eindelijk plande ik de vrijdag vrij. Voor Het Boek. Dit is de vierde vrijdag, de tweede aan het schrijfbureautje.

Le cher et tendre was streng: wel echt schrijven hè, niet weer stamboom-speuren. Pardon? Dat maakte ik zelf wel uit. De eerste vrijdag heb ik, na enig gedraal (oude gewoontes zijn taai…), een paar uur echt geschreven. De tweede heb ik de stapel papieren, knipsels en worddocumenten geordend. Ben al sinds augustus 2014 aan het speuren, was het overzicht wat kwijt geraakt. Dat hielp me grotere lijnen zien, mogelijke thema’s vinden, mogelijke perspectieven. Want een boek, Het Boek, zal een vraag moeten beantwoorden. Een en-toen-en-toen-verhaal maakt geen roman.

Wat ik meemaak helpt ook mee. Mijn zussen en ik hebben het domein van onze overleden moeder opgeruimd – vandaar de bureaulamp. En nog wat spullen, gekozen om… hun schoonheid? omdat mam ze mooi vond? om het verhaal erbij? Verhalen verrijken, verhalen brengen een verleden terug. Als me dat eens zou lukken met ‘mijn fotograaf’…

Precies deze week tackelt de Timemanagement-scheurkalender uitstelgedrag: stip op de horizon zetten, haalbare doelen stellen, klus in deelklussen opknippen, je voornemen delen en je vastleggen. Bij dezen.

Ik blijk begonnen!

Wilt u mijn talent inzetten, belt of mailt u dan gerust. Ik kijk uit naar het contact en de samenwerking.