Over de uitslag wordt niet gecorrespondeerd

Leeswaarschuwing: Onderstaande tekst is meer een academisch essay dan een column.

De winnaars van de Prins Bernhard Cultuurfonds Vertaalprijs zijn bekend. De juryrapporten staan online. Zou de jury Frans-Nederlands over de uitslag willen corresponderen? Ik vrees van niet, want het juryrapport rept met geen woord over de brontekstkwestie waar ik eerder over schreef.

Daar staat tegenover dat de juryleden ‘met aandacht’ hebben gekeken ‘naar de vertaling van casser son lacet de soulier, een van oorsprong laatnegentiende-eeuwse argot-uitdrukking die van groot belang is voor de interpretatie van het hele gedicht’. In plaats van uit te leggen wat die uitdrukking betekent (ons soort mensen wéét dat?), verkneukelen ze zich er bijna over dat maar één van de 191 inzenders (genomineerde 4) ‘een bevredigende vertaling gaf van deze instinker’ (cursief njb): ‘is uit de band gesprongen’. Betekent de uitdrukking dus iets als uit de band springen (Van Dale: zich zeer ongedwongen gedragen; Ter Laan: zich onttrekken aan tucht en orde)?

Ik zie niet goed hoe dat is in te passen in de interpretatie van het hele gedicht…

Het internet wilde me wel wijzer maken: Casser son lacet betekent Abandonner sa maîtresse, rompre toutes relations avec elle. Als voorbeeld wordt daarbij een zin uit Huysmans’ Les Sœurs Vatard gegeven: “Alors, c’est dit, nous cassons notre lacet ?” (Dictionnaire de la langue verte, Alfred Delvau, 1883).

Dat stuurt de interpretatie van het gedicht wel in een zekere richting…

Kennelijk zijn de bezorgers van Préverts Œuvres complètes, Danièle Gasiglia-Laster en Arnaud Laster, heel nette mensen. Bij hen geen verwijzing naar een argot-uitdrukking. Zij leggen een verband met een literair meesterwerk. In hun aantekeningen bij ‘Le miroir brisé’ verwijzen ze naar Proust: de verteller wordt, wanneer hij knielt om zijn ‘bottine’ los te knopen, overvallen door een herinnering aan zijn grootmoeder. Pas dan dringt werkelijk tot hem door dat zij is overleden. (Zie Sodome et Gomorrhe, II, 1, ‘Les intermittences du cœur’, zoek op bottine). Verder verwijzen Préverts bezorgers naar het overlijden van de moeder van de dichter, in februari 1945, vier maanden voor de publicatie van het gedicht, in juni 1945.

Dat had mijn lezing van het gedicht mede gestuurd – een heel andere kant op…

Storten mijn stukken voor Filters Vrijdag Vertaaldag nu als kermiskramen ineen?

Mij lijkt breken met je maîtresse niet zo te passen bij de petit homme uit de eerste drie verzen. En misschien flauw, maar de vierde regel van het gedicht heeft niet casser son lacet, maar casser son lacet de soulier.

Het is een ijzeren wet in de literatuurwetenschap: nooit zonder meer de schrijver of de dichter identificeren met degene die in de tekst ‘ik’ zegt. MAAR.

Het lyrisch ik in ‘Le miroir brisé’ lijkt op een paar punten wel sterk op de dichter. Prévert werd in 1900 geboren in Neuilly sur Seine, nu een chique voorstad van Parijs. In Neuilly werd tussen 1815 en 1935 jaarlijks van eind juni tot begin juli een grote kermis gehouden, la fête de Neuilly, in de volksmond la fête de Neu-Neu. Prévert maakte er een gedicht over (‘La fête à Neuilly’, in Histoires et d’autres histoires, 1963) en noemt de kermis in een tekenfilmscenario ‘een wereldwonder’. En als laatste punt: Prévert heeft zijn moeder une étoile de la vie genoemd en haar fréquents éclats de rire als mooie jeugdherinnering (in Choses et autres, 1972).

Ik ben dus geneigd om in het gedicht te lezen dat het lyrische ik iemand door overmacht verloren heeft, niet doordat hij zelf met haar gebroken zou hebben.

En wel hierom:

Volgens een bepaald bijgeloof brengt een gebroken schoenveter ongeluk – net als een gebroken spiegel. Préverts bezorgers melden dat laatste ook in een noot: Prévert speelt met het bijgeloof dat zeven jaar ongeluk voorspelt voor wie een spiegel breekt. Ik denk dat zijn spel letterlijk nog meer omvat: de titel van het gedicht wordt gespiegeld in de laatste regel ervan (miroir brisééclats de glace) en de woorden lacet en éclat zijn fonetisch bijna elkaars spiegelbeeld. Dat zet hun gedeelde betekenis extra in het licht.

Dat ongeluk is in dit gedicht het verlies van een geliefd persoon. Maar het lukt Prévert het verdriet te mengen met geluk. Dat maakt het voor mij tot een prachtig gedicht – dat, naar mate je er meer in ontdekt, al maar moeilijker te vertalen wordt – maar de veter moet er elk geval in.

Merci

Ik dank Leo van Maris (die een keuze uit het Dagboek van de gebroeders Goncourt vertaalde, naast Rousseau’s Bekentenissen en Stendhals Lucien Leuwen) voor zijn stimulerende inbreng bij het schrijven van deze epiloog.

Wilt u mijn talent inzetten, belt of mailt u dan gerust. Ik kijk uit naar het contact en de samenwerking.